Soorten personages

Er is een onderscheid tussen een impliciet en een expliciet personage. 
Een expliciet personage wordt door de verteller uitgebreid voorgesteld aan de lezer, terwijl de lezer bij een impliciet personage zelf uit het verhaal moet afleiden wat het karakter van het personage is.

Personages kun je op verschillende manieren uitdiepen:

• Een personage is genuanceerd wanneer je er veel informatie over krijgt en je zijn persoonlijkheid goed kunt reconstrueren.
  Een personage is ongenuanceerd wanneer je er weinig of niets over te weten komt.
• Een personage is dynamisch wanneer het door de gebeurtenissen in het verhaal evolueert en is statisch wanneer het doorheen het hele verhaal (bijna) niet verandert.
• Een round character is een personage dat volledig uitgediept is. Zijn karakter of persoonlijkheid evolueert doorheen het verhaal. Het is een genuanceerd en dynamisch personage.
  Een flat character is een personage dat niet uitgediept is en dat vaak een karikatuur of een typetje is. Het personage evolueert niet doorheen het verhaal. Het is een ongenuanceerd en statisch personage.

De rolverdeling in een verhaal

De verschillende personages die in een boek voorkomen, vervullen elk een rol in het verhaal.

• Het hoofdpersonage of protagonist speelt de hoofdrol in het verhaal. Vaak worstelt hij met een bepaald probleem.
• Naast een hoofdpersonage heeft een verhaal ook nevenpersonages. Deze nevenpersonages kunnen verschillende functies hebben:
  • de medespeler helpt het hoofdpersonage;
  • de tegenspeler of antagonist zit het hoofdpersonage dwars.
  • achtergrondfiguren spelen een minder belangrijke rol in het verhaal. Het zijn figuranten. Soms dragen ze wel bij tot de sfeer in het verhaal of weerspiegelen ze het hoofdpersonage.